De Kaaimantaks anno 2025 - Status quaestionis van een fiscaal perpetuum mobile
De kaaimantaks werd in 2015 ingevoerd om Belgische particulieren te kunnen belasten op “zwevende vermogens” zijnde inkomsten uit laag of niet belaste juridische structuren in het buitenland (zoals trusts, stichtingen, offshore vennootschappen en bepaalde fondsen). Tien jaar na dato is de kaaimantaks er nog steeds, weze het in een sterk geëvolueerd en verbreed jasje.
In dit seminarie worden de belangrijkste wetswijzigingen, administratieve evoluties en praktische toepassingen belicht, met de focus op wat anno 2025 relevant is voor de fiscale praktijk.
Ten eerste werd het toepassingsgebied van de kaaimantaks fors uitgebreid. Zo zijn fondsenstructuren, zoals bepaalde buitenlandse beleggingsinstellingen uitdrukkelijk toegevoegd aan de lijst van “juridische constructies”. De “wetgever” heeft hierbij manifest de lat verlaagd tot veelgebruikte, gereguleerde fondsen. Vanaf 2024 is het overigens voldoende dat één investeerder of groep van onderling gelieerde investeerders méér dan 50% aanhoudt in bijvoorbeeld een compartiment van een Luxemburgse Sicav opdat deze als “fonds dédié” en bij gevolg als “juridische constructie” zou kunnen kwalificeren. Een van de vragen die zich stellen is of deze kwalificatie dan ook geldt voor de kleine investeerders of enkel voor die (groep van) fonds dédié-investeerders.
Buiten de EER gevestigde privaat uitgegeven ICB’s kunnen sinds de wet van 2024 overigens buiten de kaaimantaks vallen op voorwaarde dat ze met een Europese AIF kunnen worden gelijk gesteld én niét onder de fonds dédié-regeling vallen. De vraag die zich stelt is hoe deze regeling in de praktijk dient te worden toegepast.
Daarnaast zien we allerlei potentiële toepassingen van de kaaimantaks waar die écht niet bedoeld kunnen zijn, we denken dan aan de STAK, de ‘normaal belaste” buitenlandse holdings, de charitatieve sector.
Daarnaast werd de substance-uitsluiting als toetssteen wederom verzwaard opdat een juridische constructie die een economische activiteit uitoefent, van de toepassing van de kaaimantaks kan worden uitgesloten, met verregaande gevolgen voor de belastingplichtige.
In de praktijk kunnen inkomsten via de kaaimantaks dubbel of zelfs meermaals belast worden, eerst via look-through, daarna bij uitkering. De verrekening van reeds betaalde belasting is complex en is aan een zware bewijslast onderworpen. Verder moet hier ook rekening gehouden worden met de anterioriteitsregel (FIFO) op grond waarvan de oudste reserves geacht worden als eerste te zijn uitgekeerd.
Een belangrijke innovatie van de wet van 11 december 2023 houdt verband met het gegeven van de “tussenconstructies” voor onrechtstreeks aangehouden juridische constructies. Ook wordt de vraag gesteld onder welke voorwaarden onrechtstreeks aangehouden juridische constructies buiten scope blijven indien ze via een ICB worden aangehouden, en wat de mogelijke impact is van tussenconstructies op de JTER en de meerwaardebelasting 2026.
Ook de rapporterings- en UBO-verplichtingen aangescherpt. Gegevens uit het UBO-register en CRS-uitwisseling worden nu systematisch door de fiscus gebruikt bij selectie voor controle. Vanaf aanslagjaar 2024 moeten oprichters van een juridische constructie bij de aangifte personenbelasting per juridische constructie ook een gedetailleerde bijlage 276 CJC voegen, zelfs wanneer aan de substance-uitsluiting is voldaan. Die gegevens kunnen door de fiscus gebruikt worden om vermogensmutaties op te sporen.
Tevens wordt ook aandacht besteed aan de recente rulingpraktijk, aan de schaarse rechtspraak terzake alsmede aan de recente circulaire waarin de Administratie ingaat op de vraag of de toepassing van de kaaimantaks wordt beïnvloed door het feit dat de juridische constructie zich bevindt in een Staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten. Ook het recente ministeriële standpunt inzake de overdracht van economische rechten, aandelen of activa van een juridische constructie in het kader van een schenking of een nalatenschap komt aan bod.
Verder zal ook uitgebreid stil worden gestaan bij de impact van de nieuwe meerwaardebelasting op juridische constructies vanaf 1 januari 2026, en dit zowel op het vlak van de toepassing van de fiscale transparantie, als op de uitkeringsfiscaliteit (bijvoorbeeld in het geval van inkoopboni van een fonds dédié-Sicav).
Ook de verhouding tussen het begrip juridische constructie (eigen aan de kaaimantaks) en de bepalingen m.b.t. de JTER (jaarlijkse taks op de effectenrekeningen ) komen aan bod.
Dit seminarie biedt de uitgelezen kans om ervaringen uit te wisselen, niet enkel vanuit een theoretisch perspectief maar heel concreet, vanuit de praktijk.
Een meerwaarde van dit seminarie in het bijzonder is het feit dat zowel de stem van de praktijk als de visie van de FOD Financiën aan bod komen, die alleszins niet noodzakelijk eensluidend zijn. Het is voor een belastingplichtige en zijn adviseurs immers nuttig om zich bewust te zijn van de verschillende zienswijzen en standpunten aan de beide zijden van de “fiscale barrière” om de eventuele mogelijke concrete praktische impact van een en ander correct te kunnen inschatten.
25/164 B - BRUSSEL | 25/11/2025 van 9.30 tot 13.00 uur | 8801
25/164 B - BRUSSEL | 25/11/2025 van 9.30 tot 13.00 uur In winkelkar:25/164 B - BRUSSEL | 25/11/2025 van 9.30 tot 13.00 uur
25/164 R - REAL TIME | 25/11/2025 van 9.30 tot 13.00 uur | 8804
25/164 R - REAL TIME | 25/11/2025 van 9.30 tot 13.00 uur In winkelkar:25/164 R - REAL TIME | 25/11/2025 van 9.30 tot 13.00 uur
25/164 O - ON DEMAND | Beschikbaar vanaf 27/11/2025 | 8806
25/164 O - ON DEMAND | Beschikbaar vanaf 27/11/2025 In winkelkar:25/164 O - ON DEMAND | Beschikbaar vanaf 27/11/2025
Het seminarie duurt 3,5 uur.
U heeft de keuze tussen:
- het seminarie FYSIEK volgen op locatie in BRUSSEL, of
- het seminarie volgen via LIVESTREAMING (real time), of
- het seminarie UITGESTELD bekijken (on demand).
Iedere deelnemer ontvangt na het beantwoorden van de aanwezigheidsvragen en de afsluitende toets, zowel bij een seminarie op locatie, een real time- als een on-demand-seminarie, een attest erkend door de volgende instituten:
- het ITAA (categorie A);
- het I.B.R.;
- het BIV;
- de Vlaamse Balies;
- de Nationale Kamer van Notarissen.
Brussel - Odisee

Stormstraat 2
1000 Brussel
België
Bereikbaarheid: De campus is heel gemakkelijk te bereiken: te voet of met de fiets, met het openbaar vervoer, of met de auto.
Het station Brussel-Centraal ligt op wandelafstand van de campus. Om vanuit Brussel-Centraal tot aan de campus te geraken, volg je vanuit de grote hal van het station de Keizerinnenlaan. De vierde straat links is de Stormstraat.
De campus is vlot bereikbaar vanop de kleine ring rond Brussel.
Parking: de deelnemers aan de seminaries en de causerieën (met uitzondering van de Grondige Snelcursussen) ontvangen een gratis parkingticket dat enkel geldig is voor de volgende parkings:
- Parking Grote Markt, Grasmarkt 104, Brussel (inrit rechtover het Centraal Station)
- Parking Munt, Muntplein 25, Brussel
- Parking Schildknaap, Schildknaapstraat 15-17, Brussel
Real time
Een realtimeseminarie wordt op een vooraf bepaalde dag en op een vaststaand tijdstip gegeven. Je kan rechtstreeks en interactief deelnemen.
On demand
Een on-demand-seminarie is een opname van een seminarie. De deelnemer kan deze opname bekijken op een door hem/haar zelfgekozen tijdstip.
