Van loon naar voordeel en terug: het fiscale kader rond bedrijfsleidersbezoldiging verandert

De fiscale regelgeving rond de bezoldiging van bedrijfsleiders ondergaat ingrijpende wijzigingen die het evenwicht tussen loon en voordelen alle aard (VAA) strenger zullen afbakenen. Zo bepaalt het regeerakkoord dat voordelen alle aard voortaan maximaal 20% mogen uitmaken van het jaarlijkse brutoloon van een bedrijfsleider. Dit betekent dat voordelen zoals het gebruik van een bedrijfswoning, bedrijfswagen of andere voordelen binnen deze limiet moeten blijven, terwijl cashbonussen bovenop het brutoloon uiteraard toegestaan blijven, wat een zekere flexibiliteit biedt in het beloningspakket.

Tegelijkertijd wordt ook de minimale bezoldiging die een bedrijfsleider moet ontvangen om te genieten van het verlaagde vennootschapsbelastingtarief verhoogd van 45.000 naar 50.000 euro, met jaarlijkse indexatie. Deze maatregel onderstreept het belang van een evenwichtige en transparante verloning binnen vennootschappen en sluit aan bij de nieuwe strengere regels rond voordelen.

De maatregels zijn opgenomen in het regeerakkoord-De Wever, maar de concrete wetsontwerpen worden pas binnenkort ingediend bij de Kamer. Daarom organiseren wij dit seminarie pas zodra de teksten beschikbaar zijn, zodat u gegarandeerd over de meest actuele en correcte informatie beschikt.

Tijdens het seminarie bespreken we de praktische gevolgen van deze ontwikkelingen. Aan de hand van concrete cases krijgt u duidelijke inzichten en bruikbare tips. Daarbij beantwoorden we onder andere volgende vragen:

  • Hoe wordt de 20%-grens precies berekend?
    • Geldt de grens op jaarbasis of per maand?
    • Welke elementen worden meegeteld bij het brutoloon?
    • Speelt het attractiebeginsel hier een rol?
  • Tellen tantièmes mee voor het bepalen van de 20%-grens?
  • Wat zijn de fiscale gevolgen bij overschrijding van de 20%-grens?
    • Vervalt het verlaagd tarief automatisch?
    • Kan dit aanleiding geven tot herkwalificatie als voordeel of dividend?
  • Kan de overschrijding ongedaan worden gemaakt door voordelen in natura te weigeren of in cash te laten uitbetalen?
    • Wat als dit pas achteraf gebeurt?
    • Zijn retroactieve correcties mogelijk?
  • Hoe werkt de 20%-grens bij een combinatie van bezoldiging en voordelen binnen een managementvennootschap?
    • Wat als er meerdere mandaten of vergoedingen zijn?
  • Hoe wordt de minimale bedrijfsleidersbezoldiging van €50.000 berekend en geïndexeerd?
    • Wat zijn de gevolgen als de minimale bezoldiging niet wordt gehaald?
    • Kan het verlaagde tarief worden behouden bij een tijdelijke overschrijding van de 20%-regel?
    • Hoe verhoudt de 20%-regel zich tot andere voorwaarden voor het verlaagd tarief?

Verder gaan we dieper in op de (forfaitaire) waardering van voordelen van alle aard zoals vastgelegd in artikel 18 van het KB/WIB 92. Deze waardering is cruciaal om de juiste verhouding tussen loon en voordelen te bepalen en zo de nieuwe regels correct toe te passen.

Toch is deze forfaitaire waardering niet zonder discussie. Artikel 18 kwam namelijk meermaals onder vuur te liggen in diverse arresten, waarin de rechter moest oordelen over de verhouding tussen de forfaitaire waarde en de werkelijke waarde van het voordeel. Deze rechtspraak laat zien dat het forfaitaire systeem, hoewel bedoeld voor eenvoud en rechtszekerheid, in sommige gevallen kan leiden tot situaties die als manifest onredelijk worden ervaren.

De centrale vraag luidt: kan een belastingplichtige zich verzetten tegen een forfait dat hoger ligt dan de werkelijke waarde van het voordeel? En omgekeerd: mag de fiscus een hogere werkelijke waarde hanteren als het forfait te laag uitvalt? Rechtbanken en hoven oordelen daar niet eenduidig over. Sommige arresten laten het tegenbewijs toe, andere bevestigen de bindende kracht van het forfait, tenzij de wet uitdrukkelijk anders bepaalt.

Tijdens het seminarie lichten we deze juridische spanningslijn verder toe aan de hand van recente rechtspraak en standpunten van de fiscus. Daarbij gaan we dieper in op volgende vragen:

  • Hoe worden voordelen van alle aard forfaitair gewaardeerd?
  • Is de werkelijke waarde soms voordeliger dan de forfaitaire?
  • Wanneer kan je afwijken van de forfaitaire waardering?
  • Wat zijn de risico’s bij een te lage waardering van voordelen van alle aard?
  • Hoe gebeurt de forfaitaire waardering van een bedrijfswagen, woning of gratis verwarming?
  • Hoe zit het met de ‘finale’ fiscale behandeling van hybride of elektrische bedrijfswagens?
  • Wat verandert er als het voordeel slechts gedeeltelijk privé wordt gebruikt?
  • Vanaf wanneer moet je het voordeel in rekening brengen? Bij toekenning of bij uitbetaling/inbreng?
  • Hoe ga je om met voordelen die fluctueren tijdens het jaar (bv. auto van hogere of lagere waarde)?

Tot slot besteden we aandacht aan recente rechtspraak en rulings omtrent bestuurdersvergoedingen. Zo blijkt uit een uitspraak van het Hof van Beroep te Gent dat een strikt maandelijkse betaling van bestuurdersbezoldiging niet altijd vereist is, zolang de bezoldiging regelmatig en tijdig wordt toegekend. Ook de fiscale behandeling van retrocessie van bestuursvergoedingen komt aan bod, een thema dat vennootschappen zal helpen mogelijke fiscale valkuilen te vermijden.

Dit seminarie biedt u een volledig overzicht van het nieuwe fiscale landschap rond bedrijfsleidersbezoldiging, met concrete voorbeelden en bruikbare inzichten om uw verloningsbeleid tijdig en correct aan te passen aan de veranderende regelgeving.
 

Certified Tax Accountant en Partner Vandelanotte, Prof. FHS, Gastdocent EMS en Gastprofessor KU Leuven
Prijs:
€ 210

Het seminarie duurt 3.5 uur. 

U heeft de keuze tussen: 

  • het seminarie FYSIEK volgen op locatie in BRUSSEL, of
  • het seminarie volgen via LIVESTREAMING (real time), of
  • het seminarie UITGESTELD bekijken (on demand). 


Iedere deelnemer ontvangt na het beantwoorden van de aanwezigheidsvragen en de afsluitende toets, zowel bij een seminarie op locatie, een real time- als een on-demand-seminarie, een attest erkend door de volgende instituten:

  • het ITAA (categorie A);
  • het I.B.R.;
  • het BIV;
  • de Vlaamse Balies;
  • de Nationale Kamer van Notarissen. 
-

Brussel - Odisee

Odisee Brussel

Stormstraat 2
1000 Brussel
België

Op map tonen

Bereikbaarheid: De campus is heel gemakkelijk te bereiken: te voet of met de fiets, met het openbaar vervoer, of met de auto.
Het station Brussel-Centraal ligt op wandelafstand van de campus. Om vanuit Brussel-Centraal tot aan de campus te geraken, volg je vanuit de grote hal van het station de Keizerinnenlaan. De vierde straat links is de Stormstraat.
De campus is vlot bereikbaar vanop de kleine ring rond Brussel.

Parking: de deelnemers aan de seminaries en de causerieën (met uitzondering van de Grondige Snelcursussen) ontvangen een gratis parkingticket dat enkel geldig is voor de volgende parkings:

 

PRINT

PRINT

-

Real time

Een realtimeseminarie wordt op een vooraf bepaalde dag en op een vaststaand tijdstip gegeven. Je kan rechtstreeks en interactief deelnemen. 

-

On demand

Een on-demand-seminarie is een opname van een seminarie. De deelnemer kan deze opname bekijken op een door hem/haar zelfgekozen tijdstip. 

loon