Bijzondere btw-regelingen met focus op gerechtsdeurwaarders, commissionairs en kleine ondernemingen

Tijdens deze praktijkdag van de Fiscale Hogeschool staan vijf actuele btw-thema’s centraal. 

U stelt zelf uw programma samen: elke deelnemer kiest drie seminaries uit het aanbod van vijf sessies. Zo volgt u precies die onderwerpen die voor uw praktijk het meest relevant zijn. 

U krijgt van alle sessies het opnamebestand!

Elke sessie duurt anderhalf uur en biedt een actuele en praktijkgerichte blik op de btw-problematiek. De sprekers behandelen recente wetswijzigingen, administratieve standpunten en concrete vragen uit de praktijk.

Thema's: 

• Het verscherpte btw-boetebeleid anno 2025
• Afbraak en heropbouw van onroerende goederen: nieuwe permanente regeling vanaf 1 juli 2025
• Btw-aftrek via het algemeen verhoudingsgetal en werkelijk gebruik: recente ontwikkelingen en praktische inzichten
• Factuurfraude aanpakken in de praktijk: herken, voorkom en reageer juist
• Bijzondere btw-regelingen met focus op gerechtsdeurwaarders, commissionairs en kleine ondernemingen

Wenst u een volledig overzicht te krijgen, schrijf u dan in voor de praktijkdag aan het voordelig tarief van 400 euro. Indien u echter interesse heeft in één bepaald onderdeel, dan kan u zich ook afzonderlijk inschrijven voor dat desbetreffend seminarie.

De btw-regelgeving kent heel wat nuances, en binnen dat complexe landschap verdienen bepaalde specifieke deelnemers aan het btw-systeem en enkele bijzondere regelingen extra aandacht. In deze sessie van de praktijkdag gaan we dieper in op specifieke issues voor gerechtsdeurwaarders, commissionairs, en kleine ondernemingen met hun bijzondere vrijstellingsregeling.  

Ingevolge recente wetswijzigingen, en rechtspraak, en administratieve toelichtingen past het de impact ervan op de praktijk onder de loep te nemen.   

In deze uiteenzetting zoomen we in op de belangrijkste aandachtspunten en praktische gevolgen van deze bijzondere btw-regelingen.

Gerechtsdeurwaarders

Sinds 2012 zijn de prestaties van gerechtsdeurwaarders niet meer volledig vrijgesteld van btw. De recente circulaire van oktober 2024 verduidelijkt bvb. dat btw op diensten aan overheidsinstanties pas opeisbaar is zodra de overheid akkoord gaat met de definitieve begroting, terwijl voor andere publiekrechtelijke verenigingen de gewone regels gelden. Voor pro Deo-prestaties geldt voorlopig nog een bijzonder nultarief, ondanks eerdere Europese rechtspraak die dit in twijfel trok. Daarnaast zijn bepaalde prestaties, zoals schuldbemiddeling en familiezaken, vrijgesteld van btw. Wanneer een gerechtsdeurwaarder zowel belaste als vrijgestelde prestaties levert, spreekt men van een gemengde btw-plicht. Dit betekent dat de btw op kosten beperkt aftrekbaar is en dat vooraf melding en jaarlijkse rapportering aan de btw-administratie verplicht zijn. 

Een zorgvuldige toepassing van deze regels is essentieel om fiscale risico’s te vermijden.

Het is daarom essentieel dat gerechtsdeurwaarders en hun cliënten alert zijn op deze nuances om fiscale risico’s te vermijden.

Commissionairs en doorrekening van kosten

Doorrekening van kosten en btw is een klassiek maar complex thema waarbij de toepassing van de commissionairfictie centraal staat. Recente rechtspraak zet die toepassing echter onder druk. Zo negeert het Hof van Justitie in sommige gevallen bepaalde doorrekeningen, en wordt het doorrekenen van kosten buiten de btw-werkingssfeer kritisch beoordeeld.

Daarnaast roept dit vragen op over de fiscale aanwezigheid van een onderneming in het buitenland: kunnen dergelijke doorrekeningen leiden tot een vaste inrichting? En creëert de aanwezigheid van een commissionair zo’n vaste inrichting voor btw-doeleinden?

Het Hof van Justitie heeft recentelijk geoordeeld dat het doorrekenen van elektriciteitskosten via een commissionair wordt beschouwd als een zelfstandige btw-belaste levering. Dit wijkt af van eerdere benaderingen bij bijvoorbeeld ‘tank’-kaarten en brengt nieuwe fiscale uitdagingen en kansen mee voor grensoverschrijdende transacties met elektrische voertuigen.

In dit seminarie gaan we dieper in op de recente ontwikkelingen en tonen we hoe je hiermee in de praktijk omgaat. Zo ben je voorbereid op de fiscale uitdagingen van vandaag én morgen.

Vrijstellingsregeling kleine ondernemingen vanaf 2025

De vrijstellingsregeling inzake btw voor kleine ondernemingen beoogt de btw-formaliteiten voor kleinere bedrijven tot een minimum te beperken. De regeling kan alleen worden toegepast door Belgische kleine ondernemingen, voor zover hun jaaromzet niet meer bedraagt dan €25.000 (drempel die sinds 1 januari 2016 geldt).

Omdat onder de oude Europese legislatuur elke lidstaat enkel voor in haar lidstaat gevestigde belastingplichtigen tot een bepaalde absolute bovengrens kon kiezen om de vrijstellingsregeling te implementeren in haar intern recht, bestaan er uiteenlopende toepassingen in de verschillende EU-lidstaten. Bovendien werden buitenlandse kleine ondernemingen die handelingen verrichten in een andere EU-lidstaat uitgesloten van de regeling. Om hieraan een halt te roepen, keurde de Raad van de Europese Unie op 18 februari 2020 de verdere vereenvoudiging van de btw-regels voor kleine ondernemingen voor gans Europa goed. Deze vereenvoudiging werd via de Wet van 21 maart 2024 geïmplementeerd in het Belgisch btw-wetboek en trad in werking op 1 januari 2025.

Door de overeengekomen hervorming kan de in de EU gevestigde kleine ondernemer voortaan ook een soortgelijke btw-vrijstelling toepassen in andere lidstaten. Eén van de doorslaggevende factoren om voor de btw-vrijstelling in aanmerking te komen, is de jaaromzet. 

Om het gebruik van de vrijstelling doeltreffend te controleren en ervoor te zorgen dat de lidstaten toegang hebben tot de nodige gegevens, moet de belastingplichtige de btw-administratie in zijn lidstaat van vestiging voorafgaand in kennis stellen dat hij de btw-vrijstelling wil genieten in een lidstaat waar hij niet is gevestigd. Met het oog op vereenvoudiging en beperking van de nalevingskosten moet de belastingplichtige alleen in de lidstaat waar hij is gevestigd, geïdentificeerd worden aan de hand van een individueel identificatienummer.

Goed nieuws? Dat hangt er vanaf… De vrijstellingsregeling biedt voordelen maar evengoed nadelen!

Naast een algemene uiteenzetting omtrent de regeling worden ook de gevolgen van de omschakeling naar de vrijstellingsregeling besproken. Hierbij krijgt u o.a. een antwoord op volgende vragen:

• Welke ondernemingen komen voor deze vrijstelling in aanmerking en onder welke voorwaarden?
• Is de vrijstelling verplicht of facultatief?
• Hoe moet concreet het grensbedrag van de omzetdrempel berekend worden? Is er nog steeds voorzien in een 10%-afwijking? Geldt deze afwijking ook op Europees niveau? Wat bij overschrijding van de drempel(s)?
• Wat zijn de gevolgen op het vlak van recht van aftrek?
• Wat moet een Belgische onderneming in orde brengen om de vrijstellingsregeling te kunnen toepassen in een andere EU-lidstaat?
• Welke gegevens moeten er opgenomen worden in de voorafgaande kennisgeving?
• Wat bij ten onrechte toepassing van de vrijstellingsregeling? Welke sancties zijn hieraan verbonden?
• Onder welke voorwaarden kan een Europese onderneming genieten van het Belgische vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen? Welke formaliteiten moet er nageleefd worden?
• Hoe controleert de Belgische fiscale administratie of de drempels (voorwaarden) werden nageleefd?
• Dienen er herzieningen plaats te vinden en hoe worden deze het best aangepakt?
• Is het (opnieuw) verplicht om een klantenlisting in te dienen onder de nieuwe regelgeving?