De fiscale behandeling van controlestructuren (maatschap, NV, PSAK, STAK, Soparfi, trust, Liechtensteinse Stiftung, …)

Om te weten wie op welke manier controle heeft over een bedrijf, bekijkt men eerst de statuten van die vennootschap. Toch wordt in de praktijk zo een vennootschap of een groep van vennootschappen vaak ondergebracht in een afzonderlijke "controlestructuur". Controlestructuren kunnen de vorm aannemen van een vennootschap, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, maar evengoed ook die van een stichting of een trust.

Elke rechtsvorm heeft zijn typische eigenschappen die bepalen voor welke situatie welke controlestructuur het meest aangewezen is. Ook de fiscale aspecten van deze verschillende controlestructuren kunnen sterk verschillen. Dit alles maakt dat er ook (familie)bedrijven zijn voor wie een combinatie van deze controlestructuren aangewezen is.

In dit seminarie leggen we de focus op de onderscheidende fiscale gevolgen van onder meer de maatschap, de Belgische vennootschap met rechtspersoonlijkheid als holding, de Belgische private stichting zowel als doelvermogen als certificeringsvehikel, de Nederlandse stichting–administratiekantoor, de Luxemburgse Soparfi, de Liechtensteinse Stiftung en de Angelsaksische trust. Dit zowel vanuit het perspectief van de inkomstenbelasting, als die van de schenk- en erfbelasting. De tendensen die we kunnen afleiden uit recente rechtspraak en administratieve standpunten worden toegelicht.

Tot slot bespreken we de beslissingen van de Vlaamse belastingdienst anno 2025 om na te gaan in welke mate zij nog aanvaardt dat een controlestructuur door de schenker van het bedrijf gebruikt wordt om na de schenking zelf nog de controle te behouden.